Rust boven en onder water, vastzittende soorten zijn klein en kruipers en zwemmers zijn mondjesmaat te vinden.
Zakpijpen en Corophium
Weer fotogeniek: een doorzichtige zakpijp (Ciona intestinalis) en weer de veelkleurige Botrylloides violaceaus. Grappig genoeg hier om ruimte concurerend met Corophium. Deze kreeftachtigen woonden boven elkaar in hun buisjes, een kreeftenflat. Er zat er ook een in zijn buisje op een zakspons (Sycon ciliatum), weer eens wat anders dan op een oester of een hydropoliep.
Diversen
De buisdbewonende Corophia blijken steeds Monocorophium insidiosum zoals te zien valt aan aan het knobbeltje aan de binnenkant van de binnenste antenne van dit mannetje.
De nog veel kleinere kreeftachtige (2 mm) op een spons is waarschijnlijk weer een harpacticoide copepode.
De foto van het mosdiertje Electra pilosa op een pvc plaatje is niet zo best maar zet ik er toch bij omdat ik me afvraag wat de bruine inhoud in de oudere exemplaren (meer in het midden van de kolonie) is.
wat vaag zijn ook de typische poren in de wand van deze soort te zien.
Wat een kleurige zakpijpen! Nieuw zijn een mooi platwormpje, een onbekend schelpje en de havenpissebed. Veel bekende soorten maar ze blijven fotogeniek.
Zakpijpen
Op de baksteen van het SETL project groeien zeven soorten zakpijpen (Solitair : Japanse - , doorzichtige - , ruwe/vuilwitte -. Kolonies: glanzende bol -, druip -, veelkleurige - en paarse geleikorst). Alleen de grijze korstzakpijp (Diplosoma listerianum), die veel in Zeeland voorkomt, is een maal bij Terschelling vermeld maar vind ik niet. Op de detailfoto van de glanzende bolzakpijp (Aplidium glabrum) zijn binnen in de zooiden stapeltjes met bruine schijfjes ("Arjan wat is dat?" "Dat is poep") en oranje bolletjes (embryo's / oocyten) te zien. De radiair opgebouwde Botryllus schlosseri is bij de openingen nog eens radiair, recursie.
Stoer platwormpje en juveniele zeesterren
Op een stuk wier kroop een klein platwormpje die als hij kroop korter en boller werd. Helaas is het niet gelukt het snel bewegende diertje scherp op de foto te krijgen, wel zijn de karakteristieke roodbruine dwarsbanden en een oog zichtbaar (Plagiostoma vittatum). Tussen de hard substraat soorten zaten twee jonge zeesterretjes van ongeveer een centimeter (Asterias rubens).
Tweekleppigen
Links op een hydropoliep (Obelia) naar ik aanneem een mosseltje. Rechts twee foto's van een tweekleppige met concentrice ribbels, hij kroop rond tussen het roodwier. Op de rechter foto valt te zien hoe hij hierbij zijn voet gebruikte.
Mosdiertjes vol in leven
Het mosdiertje Electra pilosa vormt normaal een korst op een ondergrond. Daarom was ik verbaasd deze soort als een soort struikje aan te treffen (twee linker foto's). Zou hij om een onzichtbaar geworden hydropoliep gegroeid zijn? Net als bij de Scrupocellaria scruposa op de rechterfoto is hij vol leven, de tentakeltjes staan uit.
Spons en decoratief Zoothamnium
Een kleine kluwen spons: de witte buisjesspons Leucosolenia variabilis of de nieuw aangekomen grote witte buisjesspons Leucosoleniaaff.somesii?. Op de middelste foto zijn de naalden te zien. Grappig is op deze foto het gelige buisje met bruinige korrels erin. Als je dit vergelijkt met de tweede zakpijpen foto hierboven dan lijkt de conclusie te moeten zijn dat het hier om een los individu van een glanzende bolzakpijp gaat.
Keeftachtigen en veel groen
De gewone zeepissebed (Idotea baltica) had ik nog niet ontmoet. Opvallend zijn de groene platen aan de buikzijde. Het zijn platen die een broedbuidel afschermen (oostegiten), het gaat hier dus om een vrouwtje. Deze zeepissebedden komen vaak voor tussen drijvende wieren voor. De volgende twee soorten werden ook hierin aangetroffen. Uitzonderlijk is een Monocoropium insidiosum te vinden die niet zelf een buisje heeft gemaakt maar zich terugtrekt in dubbelgeslagen wier. De spookreeft (Caprella mutica) lijkt te relaxen in wier.
Nog meer kreeftachtigen
De uit Azie afkomstige roodachtige spookkreeft (Caprella mutica) komt veel voor, in groepjes in de haven. Ten slotte nog een copepode en een Gammarus "te herkennen aan het niervormige oog en de rechtopstaande stekeltjes op alle 3 urosoomsegmenten" (Marco Faasse).
Drijvende kade van jachthaven.
Twee foto's van boven af. Op de linkerfoto is een kwalletje van een hydropoliep te zien, linksonder ten opzichte van het middden.
Onbekend plankton organisme?
In het zeewater zwom dit klein (<0.5 mm) organisme. Op de video is beter te zien dat hij bestaat ut twee klepjes met lamellen. In 2016 vertelde Marco Faasse dat het vermoedelijk een onderdeel van een kapot gegane kreeftachtige is. Zulke onderdelen kunen lang blijven bewegen en stellen biologen vaker voor raadsels. Ha!
Ribkwallen
Details van twee ribkwallen. Op de eerste twee de exoot Mnemiopsis leidyi. Licht oplichtend is het stomodaeum (maag) te zien. Het evenwichtsorgaan, de statocyst, zit in het "hartje".
Op de video is te zien dat de trilharen op een rib "īn een golf" bewegen.
De rechter twee foto's zijn van een meloenkwal (Beroe glacilis). Op de rechterfoto zijn vaag onder de ribben 'voedende' kanaaltjes (er wordt hier veel energie verbruikt) te zien met blind eindigende zijtakjes.
Hydroidpoliep kwal Eucheilota maculata
Hydroidpoliep kwalletje, Eucheilota maculata. Dit leidt ik af uit Ates en de Wolf in Zeepaard 2000 (60): Er zijn in Nederland meer kleine kwalletjes met 4 radiaire kanalen, maar de daaraan bevestigde voortplantingsorganen zijn veel kleiner." Op de maag moeten 4 donkere vlekjes te zien zijn, op de rechter foto gedeeltelijk zichtbaar.
Borstelwormen
Een Nereide borstelworm met een lelijke bobbel op zijn kop. Het bloed van de worm stroomt er gedeeltelijk in. Let op het geribbelde uitsteeksel rechts op de bobbel.
Een vergroeing of een parasiet?
Rechts twee zeerupsen de linker waarschijnlijk de geschubde zeerups, Lepidonotus squamatus? (die soort is vuilwit met vlekjes; geen zekerheid, het aantal schubben niet geteld). Rechts dezelfde kleurvarieteit van de gladde zeerups Harmothoe imbricata als ook in december 2010 werd waargenomen..
Vlak voor kerst nadrukkelijker gekeken tussen het wier aan de noordzijde. Resultaat: eindelijk de toh niet zeldzame marmerkreeftje (Jassa).
Wieren en meer
Twee foto's van een wier. Het 'vorkje' op de linkerfoto is karakteristiek voor hoorntjeswier (Ceramium sp.).
Op de tweede foto een onbekende kreeftachtige die verderop nog een keer te zien is.
Op de derde foto de kieuwkorf van de doorzichtige zakpijp
Kreeftachtigen
Op de eerste foto een marmerkreeftje. Uit detalis die niet op deze foto te zien zijn blijkt het de exoot Jassa marmorata te zijn. Deze soort schijnt van de Noord-Amerikaanse Atlantische kust afkomstig te zijn. De kreeftachtige op de tweede foto zat hierboven in het wier. Reactie van Godfried: 'Bij je foto moet ik aan een Aora of iets verwant denken, maar vrouwtjes zijn vaak notoir moeilijk tot niet te determineren.' Ten slotte, de uitheemse spookkreeft Caprella mutica blijft fotogeniek, twee foto's.